Door: Mark
‘Goed nieuws is
geen nieuws’ wordt wel eens beweerd, maar voor Zimbabwe gaat dat in ieder geval
niet op. We waren natuurlijk erg benieuwd hoe de ziekenhuizen en klinieken
tijdens ons verlof hadden doorgedraaid. Het was dan ook goed om op dinsdag de
medisch directeur van Morgenster bij ons thuis te verwelkomen. Hij vertelde uit
de losse pols over alle ontwikkelingen. Het was allereerst heerlijk om te
merken dat hij niet in een klaagmodus zat maar allerlei goedlopende zaken kon
opnoemen. Zo was de relatie met de overheid aanmerkelijk verbeterd. Al werd ons
wel verweten dat we te laat hulp zochten en teveel vastklampten aan werk dat
het onze niet was (de wereld op zijn kop, maar goed). Ook is er een nieuwe lab
technician gekomen om de plek in te nemen van degene die met pensioen is
gegaan. Ze woont al in het huis van de vorige, wat betekent dat er nog iets
goed is gegaan; de vorige heeft zijn huis fatsoenlijk en tijdig verlaten.
De samenwerking
met de oogafdeling gaat ook steeds beter en dat werd later van de andere kant
ook bevestigd. Als klap op de vuurpijl bleek de overheid nu ook warm te lopen
voor het decentraliseren van verstrekking van HIV medicatie op de klinieken.
Dat is iets wat wel moeten doen omdat de Nederlandse steun hiervoor in 2015
wordt stopgezet. Bovendien is het de taak van de klinieken om het zelf te doen.
Terwijl ik met de
dokter zat te praten kwam een email binnen van de Australische ambassadeur; een
aanvraag voor steun was goedgekeurd. Nu kunnen we weer wat toiletten bouwen en
wat aan de waterhuishouding doen. We kunnen weer aan de slag.
Natuurlijk bleek niet
al het goede nieuws echt zo goed, maar toch hebben we weer stappen vooruit
gezet. Een bemoedigende start.