vrijdag 18 oktober 2013

Goed nieuws show

Door: Mark

‘Goed nieuws is geen nieuws’ wordt wel eens beweerd, maar voor Zimbabwe gaat dat in ieder geval niet op. We waren natuurlijk erg benieuwd hoe de ziekenhuizen en klinieken tijdens ons verlof hadden doorgedraaid. Het was dan ook goed om op dinsdag de medisch directeur van Morgenster bij ons thuis te verwelkomen. Hij vertelde uit de losse pols over alle ontwikkelingen. Het was allereerst heerlijk om te merken dat hij niet in een klaagmodus zat maar allerlei goedlopende zaken kon opnoemen. Zo was de relatie met de overheid aanmerkelijk verbeterd. Al werd ons wel verweten dat we te laat hulp zochten en teveel vastklampten aan werk dat het onze niet was (de wereld op zijn kop, maar goed). Ook is er een nieuwe lab technician gekomen om de plek in te nemen van degene die met pensioen is gegaan. Ze woont al in het huis van de vorige, wat betekent dat er nog iets goed is gegaan; de vorige heeft zijn huis fatsoenlijk en tijdig verlaten.

De samenwerking met de oogafdeling gaat ook steeds beter en dat werd later van de andere kant ook bevestigd. Als klap op de vuurpijl bleek de overheid nu ook warm te lopen voor het decentraliseren van verstrekking van HIV medicatie op de klinieken. Dat is iets wat wel moeten doen omdat de Nederlandse steun hiervoor in 2015 wordt stopgezet. Bovendien is het de taak van de klinieken om het zelf te doen.

Terwijl ik met de dokter zat te praten kwam een email binnen van de Australische ambassadeur; een aanvraag voor steun was goedgekeurd. Nu kunnen we weer wat toiletten bouwen en wat aan de waterhuishouding doen. We kunnen weer aan de slag.

Natuurlijk bleek niet al het goede nieuws echt zo goed, maar toch hebben we weer stappen vooruit gezet. Een bemoedigende start.

dinsdag 15 oktober 2013

Thuis

Door: Annemarie

Na twee maanden rondtrekken zijn we weer thuis. Thuis op Morgenster.

We kijken terug op een goed verlof. Het was heerlijk om met familie en vrienden om de tafel te zitten. Fantastisch om de jongens bezig te zien met opa’s en oma’s. Ze werden omgeven door liefde en aandacht en daar hebben zij, en wij, erg van genoten. Lennard is door al dat geklets goed Nederlands gaan praten. Hele verhalen wist hij op te hangen over al die mooie dingen om hem heen: vrachtauto’s, ambulances, trekkers, treinen, molens, koeien; allemaal even interessant. Vooral fietsen was een geliefde bezigheid van beiden en gelukkig ook van zijn (groot)ouders. Jasper had ook aan aandacht geen gebrek met zijn grappen en grollen en guitige blikken.

Twee maanden is een lange tijd, dan is het goed om weer aan het werk te gaan. De terugreis viel toch nog best mee. Ik zag er erg tegenop doordat ik de laatste week voor vertrek flink veel last had van uitstralende pijn vanuit mijn rug naar mijn been. Gelukkig was er voldoende mogelijkheid in het vliegtuig om in beweging te blijven en konden we even bijtanken tijdens een overnachting in Dubai. In Harare konden we terecht in een fijn maar donker guesthouse. Geen stroom. Welkom in Zimbabwe. De auto kregen we netjes weer overhandigd. Lennard kon er maar niet over uit: “dit is ónze auto”. En vijf uur later: “Dit is óns huis”. Sinds thuiskomst heeft hij geen tijd meer voor iets anders, hij moet spelen spelen spelen. Al zijn autootjes weer herontdekken. Tot zijn grote vreugde passen ze nog aan elkaar ook. Er zijn er zelfs genoeg om te delen met Jasper. Jasper op zijn beurt heeft veel aandacht voor eten eten eten. Het kost wat tijd om zijn pap weg te werken, maar onder geen beding accepteert hij hulp. Daarin is hij zelfstandiger dan zijn broer, oftewel; ze stellen andere prioriteiten.

Je bent pas echt thuis als je in het ziekenhuis bent geweest. Ik heb het een dagje weten uit te stellen, maar vandaag toch een ronde gemaakt. Ik werd warm welkom geheten. Niemand loopt je zomaar voorbij, iedereen vraagt toch even hoe het is met gezin, familie en verlof. “Waarom heb je de jongens niet bij oma achtergelaten?” was één van de oprecht belangstellende vragen. Tja, zo Zimbabwaans ben ik niet, ik wil toch echt graag zelf voor ze zorgen. Alhoewel het erg fijn is om dagelijks hulp aan huis te hebben. Jasper was snel weer aan MaiRhoda gewend. Vandaag was het zelfs brullen geblazen bij haar vertrek. Met Lennard ben ik even bij de creche wezen kijken. Dat vond hij dus helemaal niks. Een vriendje is leuk, maar twintig kinderen in een kleine ruimte die je allemaal aan willen raken en staan te springen en joelen ging hem een brug te ver. Later vroeg ik hem of hij morgen naar school wilde: “weet je andere school dan?” was zijn directe commentaar. Arme jongen, hij spreekt geen woord Shona of Engels meer en autootjes om mee te spelen hebben ze niet. Ik zal hem samen met Jasper sturen, misschien helpt het. Zijn auto geef ik liever niet mee, die komt gegarandeerd in losse onderdelen terug.


Het grootste hoogtepunt van vandaag was de echo die ik heb kunnen maken. Ik ben nu drie maanden zwanger en op de echo zag ik een klein springend wezentje. Gek apparaaat, zo’n echo. Opeens kijk je bij jezelf naar binnen naar iets wat in het verborgene groeit en ontwikkelt. ‘Hallo kleintje, zorg jij voor die misselijkheid en vermoeidheid?  Geeft niks, ik heb het graag voor je over. Succes met groeien. Doei.’