Morgenster ligt op een heuvel in een prachtig
deel van Gods schepping; vanuit de achtertuin hebben we een wijds uitzicht over
glooiende rotsen omlijst door altijd groene bomen met naargelang het seizoen
een paarse, rode of bruine gloed. Toch is het af en toe wel prettig om de
missie te verlaten. Mark doet dat vaak genoeg omdat hij ook een kantoor in de
stad heeft en regelmatig voor zaken naar andere delen van het land moet, maar
ik heb thuis en werk hier op 200 meter van elkaar. Afgelopen vrijdag heb ik
daarom de boodschappenlijst niet aan Mark meegegeven, maar ben zelf meegegaan.
Het handige van dagelijkse hulp is dat je ook altijd oppas aan huis hebt, dus
Lennard en Jasper hoefden hun fiets respectievelijk motor niet te verlaten.
Renze is nog niet heel regelmatig in zijn etenstijden, dus die mocht wel mee. En
zo was ik zomaar op een doordeweekse ochtend in Masvingo.
Alle tijd om de week-/ maandboodschappen te
doen. Eerst naar de Makro, daarna naar de markt en daarna voor de aanvullingen
naar de supermarkt. De supermarkt en groothandel verschillen weinig van soortgelijke
ketens in Nederland, zelfs de prijzen zijn vergelijkbaar. De markt is wat
Afrikaanser. Langs afvalhopen en hokken met kippen kom je op de zanderige markt
waar de stalletjes in allerlei verschillende vormen en maten, afgedekt met
stukken zeil een bont geheel vormen. Het aanbod is afhankelijk van het seizoen.
Vreemd eigenlijk dat ik dit het vermelden waard vindt. Maar het is zo en ik
geniet ervan. Je eet wat de natuur je op dat moment geeft. Daarom vind ik het
zo fijn om boodschappen te doen op de markt; er zitten niet allerlei schakels
en inpakrituelen tussen het oogsten en mijn aanrecht. Je ziet wat je koopt, de
keus is beperkt(er) en daarbij is op de
markt je dollar nog een euro waard. Ik moet zeggen dat mijn kookkunsten er in
Zimbabwe een heel stuk op vooruit zijn gegaan. Ik kan wel een verdiepingscursus
geven ‘creatief met ui, tomaat en kool’. En bloem kopen we met twintig kilo
tegelijk. Als er iets teveel beestjes inzitten gebruiken we het gewoon voor
klei, verf of lijm.
Geheel aangepast aan Zimbabwaanse gebruiken
ben ik niet. Ik draag mijn boodschappen niet op mijn hoofd en spreek
voornamelijk Engels en weinig Shona – wat overigens geen probleem is en ook van
me verwacht wordt. Wel draag ik mijn kinderen als een local. Ik kreeg zelfs
complimenten over mijn techniek. Schattig dat een man achter me bij de kassa
Renze’s capuchon weer over zijn hoofd
trekt. Een onbedekt babyhoofd dat kan echt niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten