Door: Annemarie
Hier in het land van de Kopjes zijn twee bijzondere kopjes,
twee ronde witte kopjes met een bos blond haar. De ene rent rond de ander kruipt
rond. De ene probeert zich drietalig uit te drukken, de ander brabbelt zijn
eigen babytaal. Maar allebei worden lopen ze rood aan als de grote koppen niet
begrijpen wat ze nu precies bedoelen.
In de kerk probeer ik vaak te achterhalen welk kind nu bij
welke moeder hoort. En als het niet de moeder is bij wie zit het kind dan op de
rug of op schoot? Vriendin, zus, moeder,
oma? Alle vier heel goed mogelijk. De enige manier om het zeker te weten is als
hij of zij gaat huilen en getroost wordt met wat te drinken.
Onze kinderen zijn geen weglopers, maar als ze dat
onverhoopt toch zouden doen dan weet iedereen waar ze horen; zij zijn de enige
blanke kinderen hier op de missie en wij, naast opa buurman en oma buurvrouw
die Zuid-Afrikaans bloed hebben, de enige blanke volwassenen. Hooguit kunnen ze
bij het gastenhuis bezorgd worden, waar groepjes Nederlandse studenten elkaar
afwisselen. Heel gezellig om wat Nederlandse aanloop te hebben. Lennard geniet
er ook van, hij is altijd wel te porren voor een ritje naar ‘Anne’ of ‘Janke’.
De missie is heel veilig, de gevaren schuilen juist dicht
bij huis. Zo worden we belaagd door een grote en steeds uitdijende groep apen.
Lennard durft niet meer alleen in de tuin uit angst dat zijn speelgoed afgepakt
wordt door een snelle aap, ze duiken overal op, voor de arme jongen vaak
onverwachts. Het wordt tijd voor een nieuwe hond (en een buks). Wat we wel al
hebben doen sneuvelen zijn 2 slangen, 2 schorpioenen en een giftige spin. We
bidden voor een veilig thuis.